Het kraambed
Tijd voor beschuit met muisjes!
Eindelijk is het tijd voor die beschuit met muisjes. Ook in de eerste periode na de geboorte van jullie kindje staan we voor jullie klaar. Samen met de kraamverzorgster zullen we in de gaten houden of het goed gaat met jullie en de baby. De kraamverzorgster zal jullie de eerste week na de bevalling dagelijks bezoeken. Onze visites deze periode zullen we in overleg met jullie inplannen.
Bij de geboorte van een kind ben je verplicht aangifte hiervan te doen in de gemeente waar het kind is geboren. Dit dient binnen 3 werkdagen na de geboorte te. Meestal zal deze geboorteaangifte tot de taak van de partner behoren. Echter, als de partner ontbreekt of niet in staat is de aangifte te doen, dient iemand die bij de bevalling aanwezig was, dit te doen.
Zijn jullie niet getrouwd of hebben jullie geen geregistreerd partnerschap en willen jullie, dat jullie kindje de achternaam van partner krijgt, dan is het noodzakelijk dat de zogenaamde erkenning geregeld wordt. Aangezien voor deze erkenning toestemming van de moeder nodig is, is het wellicht handig om dit reeds in de zwangerschap te regelen. De gemeente maakt na aangifte een geboorteakte op, die wordt opgenomen in de registers van de burgerlijke stand. Dit is het juridische bewijs van de geboorte van jullie kind.
De gemeente stuurt jullie, binnen enkele dagen na de aangifte, het BSN nummer van jullie kindje. Na ontvangst van het BSN nummer is het noodzakelijk, dat je je kindje bijschrijft op de polis van de zorgverzekering van een van de ouders. Zodra jullie kindje is bijgeschreven, is het gratis meeverzekerd tot het 18e levensjaar. Dat geldt voor alle kosten uit de basisverzekering, tandartskosten en de kosten uit de aanvullende verzekering (als je die hebt afgesloten).
In de eerste week na de geboorte worden de hielprik en gehoortest uitgevoerd. Een medewerker van Jeugd Gezondheidszorg zal hiervoor bij jullie langskomen. Bij de hielprik worden een aantal druppels bloed afgenomen uit de hiel van de baby. In een laboratorium wordt dit bloed vervolgens onderzocht op een aantal zeldzame erfelijke ziektes.
Bij de gehoortest wordt gemeten of jullie kindje genoeg hoort om te leren praten. Van deze gehoortest krijg je meteen de uitslag. Als jullie baby de eerste week na de geboorte nog in het ziekenhuis verblijft, zal de hielprik daar plaatsvinden. De gehoortest zal vervolgens op een later tijdstip thuis plaatsvinden.
Vitamine K is nodig voor een goede bloedstolling. Ook zijn er steeds meer aanwijzingen dat deze vitamine een rol speelt bij de aanmaak van botten. Pasgeboren baby’s kunnen een tekort hebben aan vitamine K, omdat ze tijdens de zwangerschap te weinig binnenkrijgen.
Dit komt doordat:
- vitamine K het ongeboren kind niet via de placenta kan bereiken. Daardoor kan het kind geen voorraad opslaan.
- de baby nog onvoldoende darmbacteriën heeft om voldoende vitamine K aan te maken.
Pasgeboren kinderen hebben daardoor kans op ernstige bloedingen. Alle kinderen krijgen daarom altijd druppeltjes vitamine K vlak na de geboorte. Baby’s die borstvoeding krijgen, hebben vanaf de 8e dag, gedurende 3 maanden, extra vitamine K-druppels nodig. In flesvoeding zit al voldoende vitamine K. Kinderen die flesvoeding krijgen hebben daarom vanaf de 8e dag geen extra vitamine K nodig.
Vitamine D is een van de weinige vitamines die het lichaam zelf kan maken. Onder invloed van zonlicht wordt in de huid vitamine D gevormd. Daarnaast levert de voeding vitamine D. Het lichaam heeft vitamine D nodig voor stevige botten en tanden. Voor de meeste mensen levert zonlicht samen met de voeding voldoende vitamine D. Sommige mensen hebben echter meer vitamine D nodig.
Tot deze groep behoren o.a.:
- alle kinderen tot en met 3 jaar
- zwangere vrouwen (vermindert de kans op een kind met een te laag geboortegewicht)
- vrouwen die borstvoeding geven
Met het geven van extra vitamine D wordt bij de pasgeborene gestart vanaf dag 8. Zij krijgen dagelijks 10 microgram vitamine D in de vorm van druppeltjes. We zullen tijdens de kraamweek de aanschaf en het gebruik van vitamine K en D met je bespreken.
Waarschijnlijk niet iets waar je meteen aan denkt in de eerste week na de bevalling, maar toch een onderwerp waar tijdig over nagedacht moet worden.
Anticonceptie bij borstvoeding
Bij vrouwen die borstvoeding geven is het onduidelijk wanneer de menstruatie weer op gang komt. Aangezien de eerste eisprong meestal 2 weken voor de eerste menstruatie plaatsvindt, is het moment van de eerste eisprong eveneens onduidelijk. Je kunt dus voor de eerste menstruatie opnieuw zwanger worden. Niet elke anticonceptie is geschikt bij borstvoeding.
Anticonceptie bij flesvoeding
Gemiddeld heeft een vrouw die flesvoeding geeft, 6 weken na de bevalling weer haar eerste menstruatie. Twee weken voor deze eerste menstruatie kan er al een eisprong zijn en kun je dus weer zwanger worden. Tijdens onze laatste visite in de kraamweek zullen wij de mogelijkheden van anticonceptie met jullie bespreken.
Na de kraamweek neemt het consultatiebureau (Centrum voor Jeugd en Gezin) de zorg over om de verdere ontwikkeling van jullie kindje te vervolgen. Zij functioneren als adviesbureau voor alle ouders. Zowel wij als de kraamverzorgster zorgen voor een overdracht aan de verpleegkundige van het consultatiebureau. Meer informatie over het consultatiebureau vind je op de site van de GGD Zuid Limburg.
Na al jullie bezoekjes aan onze praktijk tijdens de zwangerschap en na onze visites bij jullie thuis tijdens de kraamweek, zal ongeveer zes weken na de bevalling een afsluitende controle plaatsvinden. Voor deze controle maken we een afspraak in de praktijk . Tijdens dit laatste bezoek zullen we samen met jullie terugkijken op de periode van zwangerschap, bevalling en kraambed.
Misschien zijn er nog vragen over deze periode en als er complicaties zijn geweest, leggen we jullie uit welke gevolgen die wellicht kunnen hebben voor een eventuele volgende zwangerschap. Daarnaast bespreken we hoe het nu met jullie gezin gaat. Het meten van de bloeddruk of het prikken van het ijzer behoren eveneens tot de mogelijkheid. Anders dan vaak wordt gedacht, vindt er tijdens deze controle meestal geen inwendig onderzoek meer plaats.